Vreemdelingenrecht boven jeugdbescherming

Pleeggezin beschermt alleenstaande minderjarige asielzoekers niet tegen uitzetting

Twee in Nederland geboren kinderen van een Marokkaanse moeder, een meisje van drie en een jongen van vijf, dreigen het land te worden uitgezet, omdat ze illegaal zijn. De kinderen zijn door hun moeder en haar vriend mishandeld en verwaarloosd. Het meisje woont nu tweeënhalfjaar in een Nederlands pleeggezin, de jongen wordt in een inrichting behandeld voor een gedragsstoornis.’ Zomaar een berichtje in NRC Handelsblad van eind december 2002. Maar wel een bericht dat de alarmbellen op de redactie deed afgaan. Want betekent dit dat illegale kinderen in Nederlandse pleeggezinnen zomaar het land kunnen worden uitgezet? Mobiel ging op onderzoek uit.

Eerst maar eens gebeld met de Stichting Nidos, de landelijke voogdij-instelling voor alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) en vluchtelingen, en met de afdeling persvoorlichting van het Ministerie van Justitie. Daar weten ze ons te vertellen dat gedwongen uitzettingen van alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) nauwelijks voorkomen. Alleen als absoluut duidelijk is dat adequate opvang (in de vorm van familie of opvanghuizen) in het land van herkomst aanwezig is, kan een ama worden teruggestuurd. In de praktijk gebeurt dat zelden, zo wordt ons verzekerd. Maar in theorie kan het dus wel. Sterker nog, in antwoord op kamervragen van Ella Kalsbeek, maakte minister Donner van Justitie, Vreemdelingenzaken en Integratie eind januari opnieuw duidelijk dat het Vreemdelingenrecht boven het Jeugdbeschermingsrecht gaat: ‘Als beleidsuitgangspunt geldt steeds dat het treffen van een kinderbeschermingsmaatregel in voorkomende gevallen weliswaar noodzakelijk kan zijn, maar niet tot gevolg kan hebben dat de uitvoering van het vreemdelingenbeleid wordt verhinderd.’ Met andere woorden: jeugdbescherming is allemaal mooi en aardig, zolang de uitvoering van het asielbeleid er maar niet door belemmerd wordt.

Onzekerheid
Dit tot grote ontsteltenis van pleegouders die een ama opvangen. Zij vinden het absurd om een kind dat in een Nederlands gezin is opgegroeid met relatief onbekende biologische ouders (die het kind wellicht ook nog verwaarlozen of mishandelen) naar een relatief onbekend land te sturen. Of zoals Henk Weltevreden, pleegvader van een zevenjarig Afrikaans meisje het verwoordt: ‘Neem een willekeurig kind van zeven die je nu ineens in Afrika gaat neerzetten, dat is een probleem!’ Dat gelooft ook Sandra Versteegen, pleegmoeder van de Chinese Yong (4): ‘Yong heeft nauwelijks binding met China. Hij kwam in de buik van zijn toen vijftienjarig moeder naar Nederland en is hier geboren. Hij spreekt amper Chinees en heeft ook al geen geweldige band met moeder. Logisch, want na eerst een tijdje met haar in een asielzoekerscentrum te hebben gewoond, ging hij daar eind 2001 op stel en sprong weg. Zijn moeders nieuwe vriend had hem ernstig mishandeld en daarom moest er vlak voor de kerst halsoverkop crisisopvang voor hem worden gezocht. Dus kwam Yong bij ons. Voor langere tijd; hij is inmiddels alweer bijna anderhalf jaar in ons gezin. Normaalgesproken gaat een kind na een aantal maanden crisisopvang door naar een vaste stek in een langdurig pleeggezin of bij zijn eigen ouders, maar Yong kan nergens heen. Inmiddels heeft hij hier echt een plekje gevonden en spreekt hij beter Nederlands dan Chinees. Toch is het onduidelijk of hij hier kan blijven. Toen hij bij ons kwam, was moeder in feite al uitgeprocedeerd. Doordat haar advocaat echter procedurele fouten boven tafel wist te krijgen, kon ze de asielprocedure opnieuw starten. Die loopt nu nog steeds. Hoelang nog? Dat is voor ons volstrekt onduidelijk.’

Illegaliteit
Eén ding weet Sandra Versteegen wel zeker: moeder zal niet teruggaan naar China. ‘Ze heeft al laten weten dat ze de illegaliteit in Nederland verkiest boven de terugkeer naar haar vaderland. En nu ziet het ernaar uit dat ze Yong zal meenemen in de illegaliteit. Ze heeft namelijk aangegeven dat ze hem graag weer bij zich wil nemen, dus daar werken we momenteel naar toe. Yong bezoekt haar nu iedere twee weken, al loopt dat contact mede vanwege taalproblemen niet bepaald vlot. Hij spreekt immers slecht Chinees en haar Nederlands is niet al te best. Toch gaat Yong weer bij haar wonen als ze binnen een half jaar huisvesting, verzekeringen en een school voor hem weet te regelen. Wij zien die dag met angst en beven tegemoet. Niet zozeer vanwege zijn moeder, maar vooral vanwege het feit dat hij wellicht moet opgroeien in de illegaliteit als moeders asielverzoek wordt afgewezen. Want wat voor toekomst heeft hij dan? Daarop kan geen instantie ons antwoord geven. De IND, de Vreemdelingendienst, de gemeente: allemaal weten ze van niets.’ Pleegvader Henk Weltevreden: ‘Er is geen wet die het kind beschermt. Je bent hier geboren, maar je hebt geen verblijfsvergunning. Je bent ook geen Nederlander, al heb je nog nooit bij je moeder gewoond en ben je in een Nederlands gezin opgevoed.’ Kortom: als ‘Nederlands’ kind van een uitgeprocedeerde asielzoeker of illegaal, val je tussen wal en schip. En loop je bovendien de kans te worden teruggestuurd naar het land van je biologische ouders. Al is die kans niet al te groot, want ondanks het strenge beleid is er vrijwel geen instantie die deze kinderen echt wil terugsturen.

Overleg
Minister Donner is zich daar maar al te goed van bewust. Hij heeft daarom inmiddels laten weten dat hij met een aantal bij deze specifieke problematiek betrokken organisaties om de tafel wil gaan zitten om te praten over het spanningsveld tussen de regels van het vreemdelingenbeleid enerzijds en de doelen van de jeugdbescherming anderzijds. Op grond van diverse praktijkvoorbeelden wil Donner bezien in hoeverre aanvullend beleid nodig is. Van de uitkomsten van dit overleg zal hij het veld van de jeugdbescherming en de vreemdelingenketen actief informeren. Voor de pleegdochter van Weltevreden maakt de uitkomst van het overleg feitelijk niets meer uit: zij mag in elk geval in Nederland blijven. Haar biologische moeder is onlangs uit de ouderlijke macht ontheven, waardoor de toekomst van de dochter in Nederland is gewaarborgd. Ook de twee illegale Marokkaanse peuters konden uiteindelijk blijven, zo laat een persvoorlichter van het Ministerie van Justitie weten. Alleen Yongs toekomst blijft voorlopig ongewis. Tot groot verdriet van pleegmoeder Sandra Versteegen: ‘Kinderen als Yong worden de dupe van het feit dat hun ouders een conflict hebben met de staat. Dat vind ik niet terecht. Waarom geven we hen niet gewoon een eigen verblijfsvergunning, onafhankelijk van de status van hun ouders? Zonder vergunning ontneem je hen immers de kans op een goede toekomst. Dat zou niet moeten mogen in een land als Nederland.’

Om privacyredenen zijn de namen Sandra Versteegen en Yong gefingeerd.

Henk Weltevreden deed zijn uitspraken op 24 januari in 2Vandaag.
Verschenen in: Mobiel, tijdschrift voor pleegzorg (2003).

Dit artikel is 2281 keer bekeken