Duurzaam beter onderwijs met de systematische aanpak van het Schoolontwikkelingsproject
‘De meeste leerkrachten zijn betrokken, hardwerkende en gemotiveerde mensen. Ze doen hun uiterste best en denken dat hun leerlingen dus de maximaal haalbare resultaten neerzetten. Dat is echter lang niet altijd zo. Leerlingen kunnen vaak beter presteren. Als de docent de zaken anders aanpakt, blijken ze meer te kunnen dan gedacht. Voor sommige leerkrachten was dit een nieuwe boodschap, die ze echt even op zich moesten laten inwerken. Maar meestal beseften ze daarna wel dat zij zich een nieuwe werkwijze moesten aanleren. Vervolgens volgde er een periode, waarin ze de nieuwe aanpak moesten ‘inoefenen’. In die tijd waren ze veelal sterk ik-betrokken. Pas toen, na gemiddeld een jaar, de nieuwe werkwijzen al een beetje routine waren geworden, kregen ze weer oog voor de klas. Weer een jaar later richtten ze zich vooral op de resultaten die de leerlingen boekten. Het kostten ze dus gewoon tijd om zich de vernieuwing echt eigen te maken. Een heel natuurlijk proces, dat bij sommigen overigens veel sneller verliep dan dat gemiddelde van drie jaar. Maar er zijn ook mensen die er langer dan vier jaar over gedaan hebben. Overigens: ook wij als adviseurs hebben al die fases doorlopen. In het begin van het veranderingstraject waren we ook nog erg bezig met hoe wij de zaken aanpakten. Later kregen we veel meer oog voor de vorderingen van de leerkrachten.’
Uit: Beter leren, beter presteren (CPS; 2005).