Verbetertraject
Met het voorschrijven, uitdelen en toedienen van geneesmiddelen gaat er wel eens iets mis. Op de klinische afdeling Boxmeer van de GGZ Oost Brabant onderzoekt een projectteam momenteel hoe het beter kan.
Het Verbetertraject Medicatieveiligheid startte in januari met een onderzoek, zo vertelt projectleider (en verpleegkundig specialist) Petra van Erp: “Eerst hebben we een aantal psychiaters, verpleegkundigen en clienten geïnterviewd: welke medicatiefouten signaleerden zij? Daarna hielden we van 4 tot en met 25 februari een zogeheten Geeltjesmeting. We vroegen alle medewerkers in die periode de medicatiefouten die ze tegenkwamen te noteren op gele briefjes – post its – en deze op een poster te plakken. Na drie weken hadden we maar liefst 66 gele plakbriefjes verzameld! Een geweldige score, die aangeeft dat medewerkers bereid zijn om kritisch naar hun eigen handelwijze te kijken. Daar mogen we best trots op zijn.”
Onleesbaar
Samen met de interviews gaf de Geeltjesmeting een goede indruk van wat er misloopt. Om te beginnen werden er veel fouten werden gemaakt bij het voorschrijven van geneesmiddelen: het handschrift van de voorschrijver was onleesbaar, recepten waren onvolledig of onjuist ingevuld. Daarnaast maakte de nachtdienst fouten met het uitzetten van de medicatie, zo constateerde de vroege dienst. Cliënten kregen verkeerde medicijnen of een onjuiste dosering. Bovendien waren er problemen met het gelijktijdig gebruik van meerdere geneesmiddelen. “Cliënten hebben soms te maken met meerdere artsen, die niet goed van elkaar weten wat ze voorschrijven. Maar sommige pillen verdragen elkaar niet goed, waardoor de kans op vervelende bijwerkingen toeneemt”, aldus Petra.
Verbeterplan
Toen de problemen eenmaal bekend waren, kon er een plan van aanpak worden opgesteld. Hierin staan de verbeterdoelen voor 2008. Petra: “Ten eerste willen we het aantal voorschrijffouten terugbrengen met zeventig procent. Hoe? Door hierover afspraken te maken met apothekers en behandelaren. Ook het aantal fouten met het uitzetten van medicijnen willen we met zeventig procent verminderen. Er komt daarom een medicatie-uitzetprotocol, waarin ondermeer wordt vastgelegd dat de nachtdienst de geneesmiddelen voortaan vóór 2.00 uur ‘s nachts over de pillendoosjes verdeelt. Want later in de nacht neemt de kans op missers toe. Verder mogen halve tabletjes niet meer worden bewaard. Als ze niet meer in de verpakking zitten, kun je immers niet meer met zekerheid zeggen om welke medicijnen het gaat.” Tot slot moet het medicatiebeleid van de verschillende voorschrijvende disciplines op elkaar afgestemd worden. Het aantal klinisch relevante interacties tussen medicijnen – dat zijn reacties tussen medicijnen die tot schade kunnen leiden – dient bekend te zijn. Petra: “Mogelijk zou een geautomatiseerde medicatieregistratie veel verbetering geven, omdat dit de apotheker goed zicht geeft op wat cliënten gebruiken.”
Hulp
Om te kijken of de verbeterplannen vruchten afwerpen, worden er nog drie Geeltjesmetingen gehouden. Blijkt aan het eind van het jaar dat de doelstellingen zijn gehaald, dan kan het project uitgebreid worden naar de andere locaties. “Mochten die met het thema Medicatieveiligheid aan de slag willen, dan bieden we graag hulp”, zegt Petra. “Hoe meer teams er een eigen verbetertraject starten, des te kleiner immers de kans op medicatie-incidenten binnen onze organisatie!”
Knikkebollen
Voor Monique de Wit, B-verpleegkundige in de nachtdienst, waren de uitkomsten van de eerste Geeltjesmeting geen verrassing. “We worstelen vaak met onleesbare handschriften”, vertelt ze. “In het verleden interpreteerden we soms zelf maar wat een psychiater had opgeschreven, omdat we vanuit onze ervaring meestal wisten welke medicatie hij bedoelde. Maar dat mag eigenlijk niet. De mogelijkheid dat je iets verkeerd interpreteert, is zeker aanwezig. Daarom gaan we voortaan alle onduidelijke briefjes terugsturen. Heel irritant. Voor de psychiaters en voor de verpleegkundigen van de vroege dienst, die deze extra taak op hun bord krijgen. Maar hopelijk leidt deze aanpak tot een attitudeverandering bij voorschrijvers en gaat het binnenkort wél goed.” Daarnaast kan ook de houding van de nachtverpleegkundigen beter, denkt Monique. “We moeten écht in het begin van de nacht de medicijnen uitzetten. Bovendien moeten we dan direct van elkaar controleren of dit goed is gebeurd. Als je dit uitstelt, loop je de kans dat je boven de medicatie zit te knikkebollen.”
Zorg voor Beter
Het Verbetertraject Medicatieveiligheid maakt deel uit van het programma Zorg voor Beter, een initiatief van het Ministerie van VWS, in samenspraak met brancheorganisaties, beroepsverenigingen en cliëntenorganisaties. ZonMw, het Trimbos-instituut en Vilans (voorheen NIZW/Zorg) zijn verantwoordelijk voor de uitvoering.
Dit artikel verscheen in De Link (GGZ Oost Brabant; 2008).