Emigranten… hoe Nederlands voelen zij zich nog?

Veel Nederlanders emigreerden in de tweede helft van de twintigste eeuw naar landen als Australië, Nieuw-Zeeland en Canada. Hoe is hun band met Nederland na zoveel jaren overzee? Nestor vroeg het twee emigranten van toen.

Riek Bontje (1924), Thorndale, Canada:
‘Eigenlijk was ik niet van plan om te emigreren. In 1953 ging ik naar Canada om twee van m’n geëmigreerde broers te bezoeken. Ik werkte in die tijd in een Amsterdamse banketbakkerij, maar ik had het gevoel dat er meer te koop moest zijn in het leven. Ook daarom stapte ik op de boot. Dat was best bijzonder in die tijd, dat een vrouw alleen de overtocht waagde. Eenmaal in Canada werkte ik eerst in een gezin. Dat bleek een goede manier om wat Engels te leren. Daarna stapte ik over naar de tabakoogst. Dat betaalde beter en zo kon ik geld verdienen voor mijn terugtocht. Maar daar kwam het niet meer van… Op een feest zag ik mijn toekomstige man, ook een Hollander. De vonk sloeg over en ik ben gebleven. Mijn ouders waren er niet blij mee; die hadden erop gerekend dat ik ze op hun oude dag zou verzorgen. Ik probeerde mijn afwezigheid een beetje goed te maken door iedere maandag naar huis te schrijven. Later kregen we ’s zomers vaak  Hollandse familieleden op bezoek. Meestal bleven ze een paar nachtjes slapen. Gezellig,maar ook druk. Het werk op onze eigen boerderij ging natuurlijk gewoon door. Ook nu mail ik nog wekelijks met mijn zus in Nederland; ik bel met mijn broer. De relatie met de familie bleef dus goed. Of mijn band met Nederland beter of slechter is geworden? Lastig te zeggen. In het begin miste ik vooral de taal. Met onze kinderen spraken we Nederlands, omdat ons Engels bar slecht was. Ook al onze vrienden waren Hollanders. Nu niet meer, natuurlijk. Sinds mijn man is gaan hemelen, praat ik vooral Engels – ik droom zelfs in die taal. Ook met kerst voelde ik me de eerste jaren miserabel. Mijn man zei: “Als de grote plas er niet tussen zat, gingen we een paar dagen met de truck naar je moeder.” Toen kregen we zes kinderen en had ik mijn eigen kerstfeest met stalletje, kalkoen, sneeuw. Dat was een vredige tijd. Ik heb hier een mooi leven gehad. Canada is voor mij: vrijheid, blijheid, ruimte. De mensen zijn hier makkelijker en minder materialistisch. Ook de sociale verzekeringen zijn goed en de Kerk is beter. In Nederland zoals het nu is, hoor ik niet echt meer thuis. Toch blijf ik ook “Dutch”. Maar dat lijkt me niet iets om je beschaamd over te voelen. Hollanders hebben hier een goede naam.’

Nestor cover_maart_2015_klein

Irene Nales (1947), Kanata, Canada:
‘In 1982 emigreerden we met het hele gezin: mijn man, twee dochters van 9 en 7 jaar en ikzelf. De voornaamste reden was dat Nederland erg vol werd. In Canada heb je zoveel ruimte en een prachtige natuur. Dat trok ons. In Canada hebben we onze draai vrij vlot gevonden. De mensen zijn aardig, behulpzaam en open. Je maakt makkelijk nieuwe vrienden. Het hielp natuurlijk dat we al Engels spraken. Gelukkig pikten de kinderen de taal ook makkelijk op. Bovendien vonden we allebei snel werk, in de ICT. Inmiddels zijn we alweer enkele jaren met pensioen. Toen we emigreerden, hebben we er niet erg over nagedacht in hoeverre we wilden vasthouden aan Nederlandse gewoonten. We vonden het belangrijker om te integreren en werden bijvoorbeeld geen lid van de Dutch Association. Na drie jaar hebben we de Canadese nationaliteit aangenomen. Heimwee heb ik niet echt gehad. Al is het soms moeilijk dat je niet dichter bij je familieleden en vrienden bent, zeker als iemand bijvoorbeeld met gezondheidsproblemen kampt. De band is wel altijd goed gebleven. Eerst schreven we brieven en belden we, later verliep het contact ook via e-mail en Skype. En af en toe gaan we op bezoek in Nederland. Sommige dingen herkennen we nog: dat je bent omringd door fietsen, al die historische gebouwen. Het valt ook op dat Canada en Nederland in sommige opzichten meer op elkaar zijn gaan lijken, bijvoorbeeld qua mode en inrichting van huizen. Wel is Nederland nog steeds veel voller en drukker. We zijn altijd blij als we weer naar huis gaan. Door de jaren heen is de band met Nederland steeds minder geworden. We weten niet meer wat er speelt, bijvoorbeeld op politiek gebied. Toch zijn we in sommige opzichten vrij Nederlands gebleven. Zo zijn we in onze opvattingen liberaler dan de meeste Canadezen. Toen de kinderen nog thuis woonden, was onze kerstviering een mix van Sinterklaas en kerst met cadeautjes en gedichtjes. We spreken ook nog altijd Nederlands, al switchen we regelmatig naar het Engels. En als het Nederlands voetbalelftal speelt, leven we mee. Dan hebben we toch het gevoel: dat is ons landje.’

Dit artikel verscheen in Nestor (2015).

Dit artikel is 2294 keer bekeken